1. Definieer heldere doelstellingen

Om goede enquêtevragen te kunnen opstellen, is het allereerst belangrijk om heldere doelstellingen te definiëren. Wanneer het doel is om kwantitatieve informatie te vergaren stel je doorgaans gesloten vragen op. Daarbij kan je bijvoorbeeld gebruik maken van een 5- of 7-punts-likertschaal. Indien je de enquêtes gebruikt voor kwalitatief onderzoek, is het gebruikelijk om open vragen te stellen. Twijfel je of je kwalitatief of kwantitatief onderzoek moet uitvoeren? Schakel dan onze scriptiehulp in!

Vervolgens moet je vaststellen waarover je exact informatie wil verkrijgen. Je vragen moeten informatie opleveren over het probleem dat je onderzoekt. De doelstelling van jouw enquête sluit daarom aan op de hoofd- en deelvragen die je ermee wil beantwoorden. Het is belangrijk om echt de tijd te nemen voor het definiëren van je doelstellingen. Wanneer je dit helder hebt kan je vervolgens:

• Een bestaande, gevalideerde vragenlijst selecteren die aansluit op jouw doelstelling.
• Zelf enquêtevragen opstellen, gebaseerd op het theoretisch kader van je scriptie en de wetenschappelijke literatuur.

2. Maak de vragenlijst niet langer dan nodig

Het is heel belangrijk dat je met je enquête genoeg informatie ophaalt om daarmee (mede) je deelvragen te kunnen beantwoorden. Door de vragenlijst gestructureerd op te stellen aan de hand van je doelstellingen, onderwerpen en subonderwerpen, voorkom je dat je belangrijke vragen vergeet. Het is echter ook slim om je enquête niet onnodig lang te maken. Te veel vragen maken namelijk dat mensen eerder afhaken, niet bereid zijn de enquête überhaupt in te vullen of te snel en ongeconcentreerd de vragen beantwoorden. Je vragenlijst bevat daarom idealiter niet meer dan 25 bondige vragen.

3. Formuleer ondubbelzinnige enquêtevragen

Aangezien een enquête veelal online wordt afgenomen, kan de respondent tijdens het invullen niet om verduidelijking vragen. Om de betrouwbaarheid van je onderzoek te kunnen waarborgen, is het daarom extra belangrijk om duidelijke, ondubbelzinnige vragen te stellen. Er mag geen twijfel ontstaan over de manier waarop een vraag geïnterpreteerd moet worden. Stel daarom concrete vragen en gebruik geen vage termen. Probeer je vragen ook altijd uit op enkele personen in je omgeving, zodat je zeker weet dat iedereen de vragen begrijpt en hetzelfde interpreteert.

Wanneer je met antwoordopties werkt is het daarnaast belangrijk dat de antwoordmogelijkheden elkaar uitsluiten. Denk bijvoorbeeld aan ja/nee-antwoorden of een likertschaal. Zo wordt de respondent gedwongen om een antwoord te kiezen dat het beste aansluit op zijn of haar mening.

4. Voorkom suggestie of sociaal wenselijk antwoorden 

Een goede vragenlijst is vrij van suggestieve vragen. Je wil immers oprecht antwoord krijgen en de respondent niet in een bepaalde richting sturen. Vragen zoals ‘vind je ook dat….?’ of ‘herkent u zich ook in…’ laat je dus achterwege.

Tot slot moet je voorkomen dat respondenten sociaal wenselijk antwoorden. Een respondent mag zich niet verplicht voelen om op een bepaalde manier te antwoorden. Bij een online enquête kan je dit al grotendeels voorkomen door respondenten de kans te geven anoniem deel te nemen. Bij een offline enquête is dit uiteraard lastiger, omdat de respondenten zichzelf aan de onderzoeker kenbaar moeten maken. Om toch eerlijke antwoorden te krijgen, helpt het om neutrale vragen te stellen die de respondent niet het gevoel geven dat ze op een bepaalde manier moeten antwoorden. Vraag bijvoorbeeld dus niet ‘Ben je tegen kinderarbeid in de kledingindustrie?’, maar wel ‘Let je er bij de aanschaf van kleding op of deze eerlijk gemaakt is?’.  

Kom je er ondanks deze tips niet uit of twijfel je over het eindresultaat? Informeer dan vrijblijvend naar onze scriptiebegeleiding. Onze ervaren begeleiders geven concrete ondersteuning en hulp bij je scriptie, óók als je eerste scriptie afgekeurd is.