scriptie opbouw

Volgorde van een goede scriptie opbouw:

Ondanks dat iedere onderwijsinstelling natuurlijk eigen eisen en aanvullende voorwaarden kan stellen aan jouw afstudeeropdracht, bevat een goede scriptie opbouw bijna altijd dezelfde vaste elementen. Gebruik daarom ons voorbeeld voor een goede scriptie opbouw in combinatie met de leidraad en het beoordelingsformulier van jouw hogeschool of universiteit. Loop stap voor stap na waar jouw scriptie opbouw aan moet voldoen en creëer op deze manier voordat je gaat schrijven, eerst een grof raamwerk. Dit raamwerk voor jouw scriptie kun je vervolgens, naarmate het vooronderzoek vordert, steeds gedetailleerder uitwerken. Zo creëer je houvast en structuur, waardoor het schrijven van jouw scriptie veel gemakkelijker wordt!

1.Het voorblad 

De eerste pagina van jouw scriptie is het voorblad, oftewel de titelpagina. Over het algemeen staat op deze pagina de titel van jouw scriptie, jouw naam, studentnummer en de naam van jouw opleiding en onderwijsinstelling. Tenslotte staat op het voorblad ook het jaar en de maand van publicatie. Kijk altijd goed in de richtlijnen van jouw school of universiteit aan welke opmaak jij je hierbij moet houden.

2.Voorwoord

Waar je in de rest van jouw scriptie een wetenschappelijke schrijfstijl dient te hanteren, is er in het voorwoord ruimte voor een meer persoonlijke benadering. In dit voorwoord leg je uit dat het onderzoek betrekking heeft op jouw afstudeeropdracht. Ook benoem je waar je dit onderzoek hebt uitgevoerd en hoe je tot de keuze voor het thema en de eventuele organisatie gekomen bent. Het doel van het voorwoord van je scriptie is daarnaast ook vooral het bedanken van iedereen die betrokken is geweest bij jouw afstudeeronderzoek. Denk aan jouw begeleiders en de contactpersonen op je stageadres.

3.Samenvatting

Een belangrijk onderdeel van iedere scriptie opbouw is de samenvatting, ook wel abstract genoemd. Lezers die interesse hebben in jouw scriptie zullen deze samenvatting als eerste lezen. Aan de hand hiervan kunnen zij beslissen of de inhoud van jouw onderzoek daadwerkelijk interessant voor ze is. Een samenvatting is maximaal 1 pagina lang en daarin komen kort en krachtig de volgende onderdelen voor: 

  • De doelstelling, onderzoeksvragen en eventuele hypothesen van het onderzoek.
  • Je onderzoeksmethoden: hoe heb je het onderzoek aangepakt?
  • De resultaten: wat waren je belangrijkste bevindingen?
  • Wat betekenen deze resultaten? Benoem de hoofdzaken uit jouw discussie en presenteer kort jouw aanbevelingen.

4.Inhoudsopgave

Pas na het voorblad, het voorwoord en de samenvatting komt de inhoudsopgave. Let goed op de eisen die jouw onderwijsinstelling stelt aan de opmaak van jouw inhoudsopgave. Zorg er in ieder geval voor dat je de inhoudsopgave en de bronnenlijst geen hoofdstuknummer geeft.

5.De inleiding van jouw scriptie

Een onderdeel waar veel studenten moeite mee hebben: het schrijven van een goede inleiding. Een heldere inleiding schrijven is belangrijk, want het vormt het startpunt van jouw scriptie. In dit hoofdstuk introduceer je het onderwerp van jouw onderzoek en bespreek je wat de aanleiding voor dit onderzoek was. Vervolgens baken je het thema en het probleem af en ga je nader in op de praktische en theoretische relevantie van het onderzoek. Hierna bespreek je de huidige stand van zaken binnen de wetenschap: ga hierbij kort in op belangrijke wetenschappelijke onderzoeken die iets zeggen over jouw onderwerp. Wat is al onderzocht en wat nog niet? Hieruit vloeien vervolgens logisch jouw onderzoeksdoel en probleemstelling voort. Tenslotte bespreek je nog kort jouw onderzoekopzet en sluit je af met een overzichtelijke leeswijzer. Lukt het niet om een goede inleiding te schrijven? Op deze scriptieblog vind je diverse voorbeelden!

6.Het theoretisch kader

Het theoretisch kader ook wel het literatuuronderzoek genoemd, vormt de theoretische basis voor de rest van jouw onderzoek. Op basis van deze theorie ga je uiteindelijk je onderzoeksresultaten analyseren. In het theoretisch kader behandel je de belangrijkste begrippen uit jouw onderzoek en ga je in op relevantie theoretische modellen en theorieën. 

7.Onderzoeksmethoden scriptie

Dit hoofdstuk, wat in de verleden tijd geschreven wordt, omschrijft de aanpak van jouw onderzoek. Gaat het hier om kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek en waarom? Welke methoden van dataverzameling heb je gebruikt en waarom zijn deze geschikt? Hoe is de dataverzameling vervolgens praktisch in zijn werk gegaan en wat zijn de kenmerken van je data? Ook ga je in op de betrouwbaarheid en validiteit van jouw onderzoek. Een betrouwbaar onderzoek is reproduceerbaar: een duidelijke beschrijving en verantwoording van je onderzoeksmethoden draagt hier uiteraard aan bij.

8. Resultatenhoofdstuk

Vervolgens kom je toe aan het bespreken van je onderzoeksresultaten. Uiteraard moet je hiervoor eerst het onderzoek daadwerkelijk uitvoeren en de resultaten ordenen en analyseren. Hierna presenteer je in het resultatenhoofdstuk jouw belangrijkste bevindingen. Deze belangrijke bevindingen leiden uiteindelijk tot de beantwoording van je deelvragen. Zeker bij praktisch onderzoek wordt in dit hoofdstuk taal vaak gecombineerd met grafieken of tabellen. Deze helpen om jouw resultaten duidelijker te presenteren. Heb je ook onderzoekshypothesen opgesteld? Dan worden deze in dit hoofdstuk getest. Let op: trek in dit hoofdstuk nog geen conclusies en presenteer nog geen oplossingen of aanbevelingen!

9. Conclusie

In dit hoofdstuk trek je een conclusie op basis van de in het vorige hoofdstuk gepresenteerde resultaten. Deze conclusie van jouw scriptie zorgt ervoor dat jij de hoofdvraag kunt beantwoorden. Let op: probeer hier voornamelijk te observeren en ga nog niet interpreteren. Dit doe je in het volgende hoofdstuk, de discussie.

10. Discussie

Meestal worden de discussie en aanbevelingen in een apart hoofdstuk gepresenteerd. In de discussie ga je dieper in op de conclusies van jouw onderzoek: wat betekenen de resultaten nu eigenlijk? Komen ze overeen met je verwachtingen of juist niet? En, wat zouden hiervoor mogelijke verklaringen kunnen zijn? Ook kun je hier bespreken in hoeverre het onderzoek nu daadwerkelijk wat bijdraagt aan de wetenschap en/of beroepspraktijk. Vervolgens ga je in op de beperkingen van het onderzoek. Welke kanttekeningen kun je plaatsen bij het door jou uitgevoerde onderzoek en welke mogelijke consequenties heeft dit? Hebben de beperkingen bijvoorbeeld de resultaten kunnen beïnvloeden en wat heb je gedaan om dit te voorkomen? Durf in dit hoofdstuk kritisch en zelfbewust te zijn!

11. Aanbevelingen

Vervolgens presenteer jij je aanbevelingen. Dit kunnen aanbevelingen voor vervolgonderzoek zijn, maar ook praktische aanbevelingen voor de beroepspraktijk. Zorg er in ieder geval voor dat jouw aanbevelingen voldoende concreet en duidelijk zijn: de organisatie of persoon tot wie jij je richt moet er echt wat aan hebben.

12. Optioneel nawoord

Sommige onderwijsinstellingen zien liever dat je een nawoord schrijft in plaats van een voorwoord. In dit nawoord blik je terug op jouw onderzoek: hoe heb je het ervaren en wat heb je zoal geleerd?

13. Literatuurlijst / jurisprudentielijst

Sluit jouw scriptie af met een literatuurlijst en, indien je een juridische scriptie schrijft, een jurisprudentielijst. Jouw bronvermeldingen dienen te voldoen aan de APA-normen. Zorg dus dat je afsluit met een  APA- literatuurlijst. Volg je een juridische opleiding, dan dien je ook een jurisprudentielijst toe te voegen. Jouw vermeldingen naar bronnen en literatuur dienen daarbij te voldoen aan de bepalingen uit de Leidraad voor juridische auteurs.

14. Bijlagen

Niet alle documenten die je gebruikt, staan in je scriptie zelf. Zo worden de uitgeschreven interviews, enquetes, tabellen en sommige analyses meestal in een bijlage geplaatst. Zo kan de lezer precies nagaan hoe jouw onderzoek is uitgevoerd, zonder dat de kern van jouw scriptie verloren raakt in een enorm boekwerk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *